inspiratie

Hilde werkt graag met de werkvorm ‘dobbelen’ bij een leesvaardigheidsopdracht in haar lessen. De leerlingen lezen eerst onder haar begeleiding een tekst. Daarna maakt ze groepjes van drie leerlingen. Elk groepje krijgt een dobbelsteen waarop zes vraagwoorden staan : où/where, qui/who, pourquoi/why, comment/how, quand/when, quoi/what. Elk groepslid krijgt ook een specifieke rol van Hilde: leerling 1 is de tijdsbewaker, leerling 2 is de secretaris en leerling 3 is de reporter. Elk groepslid gooit met de dobbelsteen om te weten met welk vraagwoord hij een vraag moet bedenken over de leestekst. Nadat elk groepslid zijn vraagwoord kent, hebben ze eerst individuele denktijd om hun vraag te noteren. Daarna worden de vragen gesteld aan de andere groepsleden. Dit verloopt via een strak tijdsschema waarbij een zandloper de tijd per vraag aangeeft. De aangeduide tijdsbewaker bewaakt de tijd. Leerling 1 stelt de vraag aan leerling 2 die eerst antwoordt. Daarna bekrachtigt of vervolledigt leerling 3 het gegeven antwoord. De secretaris van de groep schrijft het groepsantwoord op de vraag op een grote flap. Deze werkwijze wordt een aantal keer herhaald. De reporter brengt over de drie vragen en antwoorden verslag uit voor de hele klas. 

Share by: